Wanneer ik me onzichtbaar voel? Zo vaak! Vandaag, met Moederdag, bijvoorbeeld. Hoewel er gelukkig altijd wel een paar lieverds zijn die dan wél aan me denken.
Ik ben altijd open over mijn chronische ziekte en de (ongewilde) kinderloosheid als gevolg daarvan. Maar toch vergeten mensen het vaak. En dat is maar goed ook, want ik ben veel méér dan dat. Ik ben blij dat mensen me niet zielig vinden als ik hard aan het werk ben of gezellig aan de borrel of in een theater zit. Maar daarachter zit wel altijd de pijn die bijna niemand ziet.
Emotioneel; als het gemis me ineens op de meest onverwachte momenten overvalt. Een buurman die zijn kind iets uitlegt, het buurmeisje dat alleen maar getroost wil worden door mama, de confrontatie met gezinnen die het nu zo pittig hebben, maar wel sámen zijn. Subtiele aanleidingen soms, waardoor ik me ineens weer realiseer dat ik weliswaar gelukkig ben, maar ook iets heel wezenlijks mis.
Maar ook de ongeziene fysieke pijn; als ik in Podium Mozaïek naar een voorstelling kijk en uit ongemak niet weet hoe ik moet zitten of als ik een enorme pijnsteek krijg achter mijn bureau of tijdens een etentje. Op het moment dat ik thuiskom en uitgeput op de bank plof, ben ik ergens ook wel weer blij dat ik me niet meer groot hoef te houden. Niemand die ziet dat ik soms over de vloer kronkel, wanhopig van de pijn, zoals Mouna Laroussi zo treffend verbeeldde in haar voorstelling Schijtziek. Of hoe ik dan gefrustreerd m'n hoofd met betraande ogen naast mijn kat op de stoel leg, voor een beetje troost. Ik zou ook niet willen dat mensen me dan zien, maar tegelijkertijd voel ik me op zulke momenten zó onzichtbaar en zó onbegrepen.
Nieuwsbrief
Wil je op de hoogte gehouden worden?
Schrijf je dan nu in voor de nieuwsbrief!