Theater

Terugblikken op Nieuwe Makers Festival RRReuring

vr. 15 maart 2019

In gesprek met Theaterwetenschap studenten Wessel Padberg en Sofie Boiten. Podium Mozaiek heeft hen uitgenodigd voorstellingen te bezoeken en sfeer te proeven. In dit gesprek refelcteren zij op het RRReuring festival als geheel.
 

Wessel: Ik vond dat tijdens RRReuring in geheel Podium Mozaïek een comfortabele sfeer hing. Zowel tijdens de voorstellingen, als ook voor die tijd in het restaurant en wachtend in de rij voor we de zaal in mochten. Na de voorstelling waren er soms ook nog de Ronde Tafel-gesprekken waarbij iedereen heel respectvol met elkaar in discussie ging. Iedereen ging gemoedelijk met elkaar om en was daar met eenzelfde insteek: zich laten verwonderen door de voorstellingen en de boodschappen die de nieuwe makers te vertellen hadden.

Sofie: Wellicht dat die fijne sfeer ontstond doordat het publiek zich werkelijk verbonden voelde met de verhalen die hen verteld werden. Naar mijn idee waren de makers van vrijwel alle voorstellingen op zoek naar een verbinding van hun verhaal met de verhalen van de mensen in het publiek. De verhalen die werden gedeeld waren veelal (gebaseerd op) persoonlijke verhalen van de makers en ze raakten in veel gevallen aan de belevingswereld van de toeschouwers, wat een gevoel van samenzijn creëerde. En dat is wel interessant; we keken naar theater, maar wat we zagen voelde heel echt.

Wessel: Ja, je merkte dat de kunstenaars iets persoonlijks met je hadden gedeeld. Het verhaal houdt dus niet op wanneer het zaallicht aangaat en iedereen het café instroomt, dit is iemands echte leven. Je voelde elke keer na de voorstelling het publiek nog nazinderen in de foyer. Het gevoel dat iemand iets aan je had getoond dat echt was.

Sofie: Én dat er iets in het publiek is gaan leven. De mensen herkenden zich in die verhalen, ook hun persoonlijke verhalen komen zo misschien een beetje aan de oppervlakte. Wessel: Ik vond het heel voelbaar dat wat we gezien hadden geen 100% fictie was, maar hoe weten we dat eigenlijk zo zeker? Sofie: Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat alles wat we gezien hebben echt was, of echt gebeurd is, maar de voorstellingen dreven wel op hun oprechtheid. Er stonden mensen voor ons, geen personages. Die mensen moeten ons iets vertellen, niet uit artistieke ambitie, maar allereerst uit een soort innerlijke noodzaak.

Wessel: Dat zal ook bijgedragen hebben aan de identificatie van het publiek met de makers en hun verhalen. Maar het blijft wel theater - het zijn niet enkel een persoonlijke anekdotes die met het publiek gedeeld worden. Maar hoe zie jij die innerlijke noodzaak?

Sofie: Misschien het gevoel dat wat de makers vertelden, verteld móést worden - de realisatie dat deze elementen uit hun leven belangrijk zijn om te delen met mensen die dat of herkennen in hun eigen leven, of niet, maar er wel kennis van zouden willen, misschien wel moeten, nemen. Het zijn dan ook persoonlijke verhalen die in een theatrale omgeving gezet worden en daarmee dat persoonlijke ontstijgen. Via persoonlijke verhalen werden bredere verhalen die in de maatschappij spelen, waar ook het publiek zich mee bezig houdt, aangekaart. Zo werd het persoonlijke ook politiek-maatschappelijk.

Wessel: Op welke manier?

Sofie: Veel van de makers besproken maatschappelijke problematiek, waar zijzelf, en hun publiek, mee te maken hebben. Zo had Mouna Laroussi het in Bij Fatima met haar gasten onder anderen over de fixatie op westerse muziek in Europa en discriminatie in de filmwereld. De meiden van Poetry Circle Now bespraken in RAUW (v/v) (hun) vrouwelijkheid en maakten korte metten met heersende vooroordelen en stereotypes. Abdelkarim El Baz had het over zijn moeder en zijn jeugd, maar besprak ook de moeilijkheden die hij als Marrokkaanse immigrant ondervond toen hij naar Nederland kwam, en zo was er in vrijwel alle voorstellingen wel iets wat ‘groter’ was dan de makers zelf. De voorstellingen waren verhalend, de diepere (politieke) laag die ze bevatten kon misschien ook alleen naar buiten komen door het te linken aan persoonlijke verhalen en zo misschien ook wel die noodzaak van het vertellen ervan aan te tonen. Als in: Kijk, dit is mijn realiteit en mijn verhaal, het is onderdeel van wie ik ben en om te laten zien wie ik ben, moeten we het ook hebben over deze problematiek.

Wessel: Ik heb het idee dat ook het programmaboekje heeft meegeholpen aan die nadruk op het persoonlijke: hierin werd veel ruimte gegeven aan de makers en hun maakproces (waar ze soms nog middenin zaten), de voorstellingen zelf werden in een korter stukje tekst toegelicht. Door die achtergrondinformatie was je een beetje op de hoogte van het perspectief van de maker en kon je je goed inleven in hun werk. Zo voelde je als publiek al een connectie met de maker en werd je nieuwsgierig naar het werk dat ze gemaakt hadden. Daarnaast hingen tekeningen van de gezichten van de makers verspreid door heel Podium Mozaïek. We konden letterlijk niet om ze heen.

Sofie: Ik had overigens wel het idee dat in veel gevallen de nadruk meer lag op de inhoud van de voorstelling, wat minder op de vorm. De inhoud was echt dragend: daar lag de kracht van de voorstelling.

Wessel: Maar dat klopt dan misschien ook wel met de ‘motieven’ van de makers - de makers die speciaal voor RRReuring werk hebben gemaakt of verder hebben ontwikkeld, hebben misschien wel gekozen om daarin de focus te leggen op de inhoud, en minder met vorm te experimenteren. Al ben ik het ook niet helemaal met je eens. We hebben heel veel verschillende soorten theater gezien: teksttheater, dans, storytelling, spoken word, cabaret en performancetheater. Al deze voorstellingen hebben hun eigen inhoudelijke thematiek op eigen wijze verwerkt. De dans van Christian Guerematchi was abstract, de inhoud werd dus niet op een directe manier aan het publiek gebracht, toch was zijn boodschap en thematiek persoonlijk en helder. Ook de performance van Jija Sohn was abstracter, maar zij wist net zo goed als Sarah Huygens een verhaal te vertellen, waarbij Sarah Huygens heel veel disciplines in haar voorstelling heeft verweven. Die persoonlijke inhoud die we bij veel voorstellingen zagen, werd dus wel degelijk in verschillende vormen gegoten en op verschillende manieren aan het publiek gebracht.

Sofie: Ook dan blijft die inhoud natuurlijk cruciaal- gedestilleerd uit de verschillende vormen kwam die steeds weer naar boven drijven, dat was wat het publiek mee naar huis nam, en wat RRReuring voor mij het meest zijn karakter gegeven heeft. Wessel: Het festival bood dus een ontzettend verscheiden aanbod van allerlei verschillende jonge makers, en opvallend genoeg zien we bij allemaal deze noodzaak tot het vertellen van persoonlijke verhalen. Verhalen waar ook het publiek zich in herkent, waardoor er een sterke verbinding tussen makers en publiek ontstond. Niemand verliet onbewogen het theater.

 

Gepost door: Sofie en Wessel





Terug naar overzicht